Oud-minister Hayo Apotheker voelde zich niet de boeman ondanks harde kritiek van boeren

TOLLEBEEK • Vr 27 oktober 2023 | 6:11 • Vrijdag 27 oktober 2023 | 6:11

"Samen wisten we wel dat we deze gebieden niet zonder steun zouden achterlaten. Dat stond wel vast. Deze overstroming werd chefsache!"

Het is herfst 1998: heel even kijkt heel Nederland naar het dorpje Tollebeek in de gemeente Noordoostpolder. Een stortbui boven de regio in de nacht van 27 op 28 oktober, in combinatie met een al verzadigde ondergrond, zorgt ervoor dat de polder als een badkuip begint vol te lopen. En daarbij stroomt het overvloedige regenwater als vanzelf naar het laagste punt: Tollebeek.

Deze week - precies 25 jaar later - kijken we met vijf hoofdrolspelers terug op wat zij meemaakten tijdens de overstroming van Tollebeek.

Wil je dit verhaal niet lezen, maar alleen de videoreportage bekijken? Klik dan HIER.

Vandaag het laatste verhaal in deze vijfdelige serie. Oud-landbouwminister Hayo Apotheker maakte de wateroverlast in Tollebeek destijds van buitenaf mee, en werd de kop-van-jut door zijn uitspraken. In Tollebeek zelf was namelijk nog niet genoeg regen gevallen om het rampenfonds te kunnen inzetten, zei hij in een toespraak.

Nu 25 jaar later is hij voor het eerst in Tollebeek om terug te blikken op zijn rol in de afwikkeling van de enorme schade in het gebied.

Twee overstromingen vlak na elkaar
"Als ik de beelden bekijk komt het allemaal weer terug. De hectiek destijds. Het was al begonnen in september in het Westland op Prinsjesdag, dat vergeten we nog wel eens.

Door de hevige regenval in Zuidwest-Nederland kon er toen door mij een discussie opgestart worden om iets te doen aan oogstschade op een nieuwe manier. En niet met de oude wetgeving die niet toepasbaar was. Want het was wel heel erg wat die agrariërs overkwam.

Het was hier in Tollebeek in oktober nog veel heviger dan in het Westland in september. Toen hadden we echt door dat hevige regen niet incidenteel zou zijn. Dat dit mogelijk is in Nederland in lagergelegen gedeelten zoals hier. Kortom we hadden daarvoor eigenlijk geen goede instrumenten. Beide moet je hebben: een goede regeling en een goede financiële onderbouwing."

Apotheker op werkbezoek

ANP
Veeteelt had al wel schadefonds
"Er was al wel een diergezondheidsfonds. En de veeteeltsector moest daar al jaren aan meebetalen. Bij calamiteiten als varkenspest kon daar geld uitgehaald worden. En dat hadden we niet voor dit soort schade.

Heel Noordoost-Nederland was echt een akkerbouwgebied. Dus daar gaat dan nog meer fout. Aardappelen, bloemkolen, prei en uien, je kan het je niet allemaal voorstellen. Als Groninger kon ik dat erg goed plaatsen. Het was niet alleen Noordoostpolder, het was ook Drenthe en delen van Friesland. Dus ja, toen was de agenda helemaal vol.

We zijn een waterland. Dan heb je soms bergingsproblemen. Ook die discussie kreeg je later. Dat je waterbassins moest maken en ook de problemen met rivieren die we toen kenden. Het hele idee van watermanagement heeft toen een impuls gekregen."

De gewraakte 100-millimetergrens
"Die grens stond in de toenmalige regeling en ik ben op dat moment een collegiaal lid van het kabinet. Dus als ik in Deventer een toespraak houd en op dat moment wordt mij gevraagd hoe het zit. Dan moet ik wel zeggen dat de honderd millimeter de ondergrens van het rampenfonds is.

Je wist natuurlijk wel dat als het nog een dag zou doorregenen - en dat heb ik later ook wel gezegd - dat de regeling eerlijk wordt toegepast. Het gaan dan ook niet om die allerlaatste millimeter. Het gaat er om dat je op een gegeven moment zegt: dit is zo uniek, ook historisch, en geeft zo onevenredige schade. We moeten een regeling hebben op hoofdlijnen met criteria, maar daarnaast moeten we ook kijken naar de maatschappelijke ontwrichting in deze omgeving."

"Ik heb mij niet als brenger van slecht nieuws gevoeld"

— Hayo Apotheker

"Een gebied dat meer heeft dan alleen een agrarische overstroming kun je niet berooid achterlaten. Daar ga je echt wel iets aan doen. Ik heb mij toen niet als brenger van slecht nieuws gevoeld. Want die toespraak waarin ik de 100-millimetergrens eerlijkheidshalve noemde, was eerder. Samen wisten we wel dat we deze gebieden niet zonder steun zouden achterlaten. Dat stond wel vast. Deze overstroming werd 'chefsache'. Dat heeft minister-president Kok toen goed gedaan."

'Geen twijfel meer'
"In de avond heb ik contact gehad met Kok. Toen wisten we helemaal zeker, dat er geen twijfel was om die voorstellen door de ministerraad te krijgen. Het heeft geholpen - hoe wrang het ook klinkt - dat hier in Tollebeek een bezoek van de Koningin en de minister-president nodig was om ook de maatschappelijke ontwrichting te laten zien.

Bij zulke kwesties heb je met meerdere ministeries te maken. Ik zat er voor de agrariërs, de minister van Binnenlandse Zaken zat er om de maatschappelijke onrust in de gaten te houden. En die denkt ook weer na over de waterwerken die na de overstroming weer nodig zijn.

Achteraf beschouwd zie ik de overstromingen in het Westland en in Tollebeek als een begin van de overlegeconomie met de boeren. Soms zijn incidenten als een goede prikkel om elkaar te begrijpen. En ik denk dat ik toen uiteindelijk toch veel vertrouwen heb gewekt. Het agrarisch landschap hier ziet er nu gelukkig heel vitaal uit."

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel