Flevolandse boeren ontvangen miljoenen uit Europa

FLEVOLAND • Ma 3 juni 2024 | 6:15 • Maandag 3 juni 2024 | 6:15

Ruim 20 miljoen euro. Dat is het bedrag dat Flevolandse landbouwers in 2023 hebben gekregen aan inkomenssteun van de Europese Unie. Om te vergroenen kwam daar nog eens bijna 9 miljoen bij. En ook voor jonge boeren is er een extra pakket aan steun betaald: bijna 60.000 euro.

Het grootste deel van de Flevolandse grond bestaat uit landbouwgrond, met name akkerbouw. Het gaat in totaal om bijna 90.000 hectare. De inkomenssteun is gekoppeld aan de grootte van landbouwbedrijven. Flevolandse boeren ontvangen dus relatief veel steun, want ze hebben grote bedrijven.

Deze week kunnen we weer stemmen voor het Europees parlement. Ruim 54 miljard euro – dat is ruim een kwart van de totale begroting van de EU - gaat als inkomenssteun of via andere subsidieregelingen naar de boeren. "De verwachting is dat ook na de verkiezingen er weinig verandering komt in het beleid en de situatie blijft zoals die is. Nu er oorlog in Europa is, is voedselzekerheid weer een belangrijke overweging geworden in de politiek", aldus Gerry van der Kamp-Alons, expert Europese Landbouwbeleid van de Radboud Universiteit.

Van boterberg naar inkomenssteun
De Europese landbouwsubsidies hebben een lange geschiedenis die teruggaat tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) in 1957. Het budget voor landbouwsubsidies valt onder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Dat werd in 1962 ingevoerd met als doel de productiviteit van de landbouw te verhogen, boeren een redelijk inkomen te garanderen, de markt te stabiliseren, de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen voor consumenten te waarborgen. "Het beleid was na de Tweede Wereldoorlog bedoeld om voedselzekerheid en een inkomen voor boeren te garanderen," zegt Van der Kamp-Alons.

Gerry van der Kamp-Alons

Dit beleid werd vooral uitgevoerd door middel van prijssteun, waarbij de overheid minimumprijzen garandeerde voor landbouwproducten. In de jaren '70 en '80 leidde de prijssteun tot een enorme overproductie, wat resulteerde in 'boterbergen' en 'melkplassen.'

Het beleid werd hervormd. Er kwam directe inkomenssteun voor de boeren in plaats van steun op basis van productie van gewassen. De steun werd gerelateerd aan het aantal hectares grond dat de boer exploiteert.

Milieuvriendelijke praktijken
In 2014 kwam er weer een belangrijke wijziging. Het GLB richtte zich vanaf dat moment op drie kerngebieden: voedselproductie, duurzaam beheer en plattelandsontwikkeling. Dit beleid introduceerde ook vergroeningseisen voor subsidies. De boeren moesten voldoen aan milieuvriendelijke praktijken om volledige betalingen te ontvangen. Milieu- en klimaatdoelstellingen, innovatie en duurzaamheid werden nog belangrijker.

Voorzitter Afdeling Oostelijk Flevoland van LTO, Henk van Renselaar uit Dronten zegt dat door alle regelingen het papierwerk enorm is geworden. "Er zijn zoveel eisen bijgekomen, het houdt niet op. Het is wel een veelkoppig monster geworden zo langzamerhand." Boeren zijn volgens hem wel bereid te vergroenen maar de regeldruk is te groot.

Zijn landbouwsubsidies nodig?
De vraag of landbouwers landbouwsubsidies echt nodig hebben of dat deze subsidies slechts een extraatje zijn, is complex. Het hangt af van verschillende factoren. Veel landbouwers verdienen een relatief laag en onzeker inkomen door wisselingen in productie en prijzen.

"Er zijn jaren geweest waarin we gewoon een heel laag inkomen hebben gehad en dan ben je heel blij dat je het hebt", zegt Van Renselaar. Maar het is jaar op jaar verschillend. "De geluiden die ik nu hoor zijn van schaf het maar in heel Europa af dan zien we wel wat de markt doet en dan redden we ons wel," vertelt Van Renselaar. Dat moet dan wel overal gebeuren om concurrentievervalsing tegen te gaan. Maar de grote landen durven dit volgens hem niet aan, omdat het moeilijk in te schatten is hoe de markt precies zal reageren.

Inkomen voor 10 procent steun
”Als je het over heel Europa bekijkt, dan bestaat het inkomen van boeren voor 22 procent uit die steun. In Nederland is dat slechts 10 procent. Dus hier zijn we er minder afhankelijk van, maar het verschilt wel heel erg per sector”, zegt Gerry Van der Kamp-Alons.

De Flevolandse akkerbouwers hebben relatief grote percelen en krijgen dus veel geld uit de grote Brusselse pot. Veel boeren in onze provincie profiteren daarnaast ook van hun deelname in de grote windparken. De prijzen van elektriciteit zijn flink gestegen, waardoor de boeren er veel mee verdienen.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel