omroep flevoland

De 36-jarige Shayan P. uit Almere zegt zelf dat hij op 2 maart een bescheiden rol speelde op de achtergrond van een deal in lachgas in Blaricum, maar de rechtbank oordeelde woensdag dat zijn aandeel veel groter was. Het liep die dag uit op een ripdeal en afpersing. P. kreeg drie jaar cel, waarvan een jaar voorwaardelijk.

Twee anderen die betrokken zouden zijn bij deze lachgaszaak, kregen kortere celstraffen opgelegd en voor een vierde man was er vrijspraak.

"U heeft zelf steeds gezegd: ik was in de buurt, maar ik was niet bij de ripdeal", zei de voorzitter van de rechtbank tegen P., die als enige verdachte woensdag naar de rechtbank in Lelystad was gekomen om zijn vonnis te horen. "Het komt erop neer dat wij u niet geloven. Dat is heel hard om te zeggen, maar het is wel zo. Wij zien dat u wel echt als medepleger bent betrokken."

Ripdeal en afpersing
Het Openbaar Ministerie had vier jaar celstraf geëist en schaarde de ripdeal en afpersing in dezelfde categorie als een woningoverval. Daar was de rechtbank het niet mee eens. "Maar we zijn het ook niet met uw advocaat eens die zei dat dit hetzelfde is als een lichte straatroof. Het is wel wat heftiger dan dat en zit er ergens tussenin."

P. kreeg drie jaar cel, waarvan een jaar voorwaardelijk. Dat betekende dat hij woensdag vanuit de rechtbank weer met de politie meeging naar de gevangenis. Hij heeft nog ruim een jaar gevangenisstraf voor de boeg.

Lachgas
De 25-jarige Justin V. kreeg voor het bezit en handel in lachgas een celstraf van 180 dagen, waarvan 136 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Hij was het slachtoffer van de ripdeal en zat in het busje dat werd overvallen bij Blaricum.

Hij hoeft niet terug de cel in, hij bracht de 44 dagen die hij onvoorwaardelijk opgelegd kreeg al in voorarrest door. Zijn straf was gelijk aan de eis van de officier van justitie.

Ontvoering
Lachgashandelaar Rachid T. (22) werd er samen met V. ook van verdacht Shayan P. te hebben ontvoerd om verhaal te halen na de ripdeal. Voor V. eiste het OM al vrijspraak, omdat er onvoldoende bewijs lag dat hij daarbij betrokken zou zijn geweest.

Voor T. was er ook onvoldoende bewijs voor ontvoering, maar vond de officier van justitie dat er wel sprake was van dwang. In een filmfragment was te horen dat T. zijn concurrent P. dwong inzage te geven in zijn telefoon. Voor handel in lachgas en het uitoefenen van dwang op P. legde de rechtbank T. een celstraf op van 300 dagen, waarvan 130 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Het OM had ook een taakstraf van 120 uur geëist, maar de rechtbank vond de (voorwaardelijke) celstraf voldoende. Ook T. hoeft niet terug de cel in.

Vrijspraak
De openbaar aanklager eiste al vrijspraak voor een vierde verdachte. Hoewel er WhatsApp-berichten op zijn telefoon zijn gevonden die verband houden met lachgas en zijn auto is gebruikt bij de overval, blijft volgens de rechtbank onduidelijk wat zijn aandeel precies was. De rechtbank ging mee met het OM en sprak de man vrij.