omroep flevoland

De eigenaar van een Poolse supermarkt in de Voorstraat in Lelystad wil dat de dwangsommen die hij moet betalen aan zijn huurbaas tijdelijk worden opgeschort. De rechtbank bepaalde vorige maand nog dat de vorderingen direct opeisbaar zijn. Toch probeerde de supermarkteigenaar maandag in Lelystad de kantonrechter te overtuigen van de noodzaak om de dwangsommen uit te stellen.

De supermarktuitbater moet op dit moment eigenlijk 1000 euro per dag betalen, omdat hij weigert zijn winkel opnieuw te openen. De supermarkt is al sinds januari gesloten.

Volgens de uitbater sloot hij de deuren omdat het ondernemen aan de Voorstraat hem erg is tegengevallen. Ook zou er een onveilige situatie zijn rond de winkel. De uitbater betaalde nog wel maandelijks de huur en wilde dit blijven doen tot het einde van het contract.

Verhuurder wil geen leegstaande winkel
Maar voor de verhuurder van het pand was dat niet genoeg. Die wil geen leegstaande winkel verhuren in de Voorstraat, omdat dit slecht zou zijn voor de waarde en de verhuurbaarheid van zijn andere panden in die straat. De pandeigenaar eiste dan ook dat de winkelier zijn zaak weer volledig zou openen en er zelf ook moest gaan staan.

De rechter ging vorige maand mee in de eis van de verhuurder en besloot dat de winkelier zijn supermarkt twee dagen later volledig moest inrichten en tot januari open zou moeten houden voor klanten. Als hij dat niet zou doen, dan moet hij een dwangsom van duizend euro per dag betalen tot een maximum van 30.000 euro.

'Winkel heropenen op zo'n korte termijn niet mogelijk'
Maandag waren de rollen omgekeerd en sleepte de winkelier zijn verhuurder voor de rechter. Hij is het niet eens met de uitspraak en gaat daar nog tegen in beroep. Volgens hem is het ook onmogelijk om aan de eis te voldoen.

Zo zou het niet mogelijk zijn om op zo'n korte termijn de supermarkt te bevoorraden. Als hij daarbovenop de dwangsommen zou moeten betalen, dreigt hij failliet te gaan.

Volgens de rechter is het jammer dat de zaak zo hoog is opgelopen, omdat er eigenlijk in een eerder stadium al een schikking lag. Afgelopen juli zou de winkelier de inventaris van zijn zaak, zoals koelkasten, verlichting en snijmachine, overdragen aan de verhuurder. Ook zou hij de resterende maanden betalen, met daarbovenop drie maanden huur extra.

'Inventaris omgeruild voor oude spullen'
Waar dit compromis uiteindelijk op stuk liep, was de staat van de spullen. Zo zouden de koelkasten in de winkel in de Voorstraat kapot zijn, ontbreekt de verlichting en is een snijmachine verroest.

De supermarktuitbater heeft ook een winkel in het Lelycentre. De verhuurder vermoedt dat de ondernemer oude apparatuur uit het Lelycentre naar de Voorstraat heeft verplaatst. En de nieuwere spullen uit de Voorstraat zouden nu in de winkel in het Lelycentre staan.

Maar de advocaat van de winkelier vertelt echter dat er niks in de schikking stond over de staat van de inventaris. In de schikking zou alleen staan dat de spullen er moesten zijn en dat het schoon zou zijn.

Omdat de zaak stukliep om -in de ogen van de rechter- iets kleins, wilde hij kijken of de twee partijen alsnog het boek hierover konden sluiten. Maar na een korte schorsing werd snel duidelijk dat hier geen ruimte voor was.

De winkelier blijft bij zijn besluit om de Poolse supermarkt niet te heropenen. De rechter bepaalt op 23 september of de opgelegde dwangsommen van kracht blijven.