omroep flevoland

Als een wild dier in Flevoland wordt aangereden, is het niet de dierenambulance of Staatsbosbeheer die het kadaver ruimt: dat doet vrijwilligersorganisatie Valwild. Maar soms is het voor de vrijwilligers nog flink zoeken naar het dier, want mensen geven de locatie vaak niet nauwkeurig door.

Het is rond 8 uur 's morgens als de telefoon van Mark Kramer gaat. Meestal is het de politie die een dood dier bij de Valwild-vrijwilliger meldt, maar nu heeft Mark Rijkswaterstaat aan de lijn. Iemand van die organisatie heeft een dood hert zien liggen, op de kruising van de Knardijk en de Vogelweg.

Als Mark met zijn grote donkergroene terreinwagen aan komt rijden, vindt hij het reebokje al snel. Het dier heeft een wond aan zijn kop en een gebroken poot. Het bot steekt uit het vel. "Een aanrijding", constateert Mark.

Vandaag vond Mark het dier redelijk snel, maar soms is dat wel anders. "Wat ik jammer vind is dat mensen het niet goed melden." Ze onthouden bijvoorbeeld geen hectometerpaaltje of noemen niet of het dier in de midden- of zijberm ligt.

"Dat is heel lastig. Dan ga je toch maar door de berm heen, met je zwaailicht aan, en dan hoop je maar dat je het tegekomt."

Mark Kramer

Wat bleek: de vrouw was uitgegaan van een aap, omdat ze het dier niet ver van Stichting AAP had gevonden. "Achteraf kan ik er om lachen. Maar het kan best wel vervelend zijn, want je bereid je op elk dier anders voor."

Daarom een oproep van Mark: "Als zoiets je overkomt, omschrijf dan goed de situatie. Dat is voor ons heel erg belangrijk.

Schedel als souvernir
Ook kunnen mensen het schedel van het aangereden dier als souvernir bewaren: "die kunnen ze voor een paar tientjes opgespijkerd op een stuk hout krijgen. Dan snijden we het hoofd af en maken we het klaar. Sommige mensen vinden het leuk om dat te bewaren."

Dit reebokje blijft echter heelhuids - los van het feit dat hij een paar uur hiervoor is doodgereden. In het riet ietsje verderop geeft Mark het dier zijn laatste rustplaats.