NOP 80 jaar droog: De eerste stappen over de bodem van de Zuiderzee

NOORDOOSTPOLDER • Ma 5 september 2022 | 6:30 • Maandag 5 september 2022 | 6:30

Het is deze week precies tachtig jaar geleden dat de Noordoostpolder officieel droog viel. Op 9 september 1942 was het waterpeil, na ruim anderhalf jaar malen, gezakt tot 4,5 meter onder N.A.P. en was 48.000 hectare polderland 'droog'.

Maar toen begon het harde werk pas, namelijk om van de voormalige Zuiderzeebodem vruchtbare landbouwgrond te maken. Omroep Flevoland besteedt deze hele week aandacht aan het moment dat de polder droog was en het harde werk dat daarna zou volgen. Het gebeurde overigens allemaal tijdens de bezettingsjaren.

De gemalen bij Lemmer en Vollenhove hebben hun werk gedaan. Centimeter voor centimeter hebben ze in 1941 en 1942 het water binnen de dijken van Noordoostpolder weggepompt. Op steeds meer plekken kwam de voormalige Zuiderzeeklei boven water, maar echt droog was de grond niet meteen. Historicus Kees Bolle vertelt wat je in die jaren op het nieuwe land aantreft: "Je ziet alleen maar slik. En je ziet misschien al wel de kanalen die ruw gegraven zijn. Voor de rest is er nog niets te zien."

Bezoek bijna fataal
Wie een bezoek wilde brengen aan het voormalige eiland Schokland, moest in 1941 eerst nog varen. Bioloog Ingvar Kristensen beschreef zijn eerste bezoek als volgt: "Op 22 juli voor het eerst naar Schokland, dat toen nog niet droog te bereiken was. Dus geboomd met een schuitje van den dijk naar de Zuidpunt. De basaltbeschoeiing was reeds weggehaald. De lagunen begonnen al droog te vallen en er trokken krimpscheuren in den bodem." Later dat jaar werd een bezoek aan Schokland een medereiziger van Kristensen nog bijna fataal, als die wegzakt in 'drijf-veen' aan de oostkant van het voormalige eiland. Het liep voor deze vrouw maar net goed af.

Over bioloog Kristensen later deze week nog meer: Hij verbleef in 1942 namelijk honderd dagen vrijwel alleen op Schokland, om de flora en fauna in de nieuwe polder in kaart te brengen.

Het haventje op Schokland staat bijna droog

Museum Schokland
De polder moest in cultuur gebracht worden
Maar liefst 48.000 hectare kleigrond kwam boven water, maar de grond was veel te nat om te bewerken en om er landbouwgewassen te zaaien. Bas Visscher van Museum Schokland: "Het was woest en ledig eigenlijk in de polder. Er groeiden wel allerlei gewassen, maar de polder was nog niet echt in cultuur gebracht. Het was een modderpoel, en bij zware regenval stond de hele polder weer blank. Dus het land was nog niet echt begaanbaar, om het zo te zeggen."

Er moest dus nog van alles gebeuren in de nieuwe Noordoostpolder. En daarvoor waren handjes nodig. Heel veel handjes. Maar de toekomstige polder was niet de enige die aasde op arbeiders. Ook voor de oorlogsmachine in nazi-Duitsland werden duizenden Nederlandse mannen gerekruteerd en later ook gedwongen om te werken, de zogeheten Arbeitseinsatz. De Noordoostpolder had het geluk dat de Duitse bezetters er potentieel in zagen.

Historicus Kees Bolle: "Als je wilde werken in de Noordoostpolder, dan kreeg je daar een Ausweis (een werkvergunning, red.) voor. Dan hoefde je niet naar Duitsland. Op Duitse scholen werd zelfs geleerd dat de Noordoostpolder de nieuwe graanschuur van Europa zou worden." Het was er de Duitsers dus alles aan gelegen om de landbouwproductie in de nieuwe polder zo snel mogelijk gereed te krijgen." Bas Visscher: "Dat betekent dat heel veel jongens uit heel Nederland naar die polder toekomen, om die hele zware arbeid te verrichten."

De Dienst Zuiderzeewerken verkeerde na de Duitse invasie in mei 1940 aanvankelijk in onzekerheid of de inpoldering wel de goedkeuring van de bezetter had. Die goedkeuring kwam er in januari 1941, met de instemming van Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart. Op de achtergrond pronkte zelfs Adolf Hitler met de Hollandse ontginningskunsten. De inpoldering kon doorgaan.

Van het Drentse Hoogeveen naar de woeste en ledige Noordoostpolder
Eén van de arbeiders die in 1943 naar Noordoostpolder ging, is de nu 98-jarige Anton Veldman uit het Drentse Hoogeveen. Ook hij heeft geen trek om voor de bezetter in Duitsland te moeten werken. Hij overlegde met een goede vriend die had gehoord dat je voor werk in de Noordoostpolder een werkvergunning kon krijgen. De vriend kende bovendien de ambtenaar die de Ausweis-papieren verstrekte. Anton Veldman was achttien jaar op het moment dat de polder officieel droog werd verklaard.

Anton Veldman in 1943 en in 2022

"Die vriend van mij die ging met mij mee. Hij zei: "We moeten aanvragen of je in de polder mag werken." Die man die kenden wij goed. Die had in Kampen een kantoortje. Daar moesten we naartoe en daar werd je ingeschreven om in de polder te mogen werken."

Het aanvragen van een werkvergunning in de polder ging van een leien dakje voor Veldman: "Dat ging voor mij heel goed en heel gemakkelijk, omdat mijn vriend de man kende die op kantoor zat. Het moment dat ik aangenomen werd in de polder, dat blijft me altijd bij. Bij meneer Knipmeijer, dat heb ik altijd nog in gedachten en dat vind ik een groot moment in mijn leven."

Belangrijke spil in verzetswerk
Die 'meneer Knipmeijer' is Bert Knipmeijer. Hij is op de Molenstraat 28 in Kampen hoofd administratie en personeelszaken voor de Dienst Zuiderzeewerken. Hij wierf arbeiders voor de Noordoostpolder en verschafte ze documentatie. Met de gele toestemmingsverklaring konden de Duitsers beter controleren wie er in en uit de polder ging. Later in de oorlog werd Knipmeijer een belangrijke spil in het verzetswerk in en rond de polder. Hij verschafte dan ook werkvergunningen aan anderen die uit handen van de Duitsers wilden blijven, zoals Joodse onderduikers.

Anton Veldman kwam met zijn Ausweis op zak begin 1943 in een groot barakkenkamp terecht. Daar verbleef hij met zo'n 300 andere polderarbeiders. In welk kamp hij als eerste zat, weet Veldman niet precies meer. Maar wel dat ze er allemaal met hetzelfde doel zaten. "Om niet in Duitsland voor de Duitsers te hoeven werken."

De pont bij Ramspol was destijds de ingang tot de Noordoostpolder

Privéarchief Anton Veldman
Dinsdag lezen we welk zware werk de polderwerkers in eerste instantie moesten doen in de drooggevallen Noordoostpolder.

WhatsApp ons!
Heb jij een tip of verbetering? Stuur de redactie van Omroep Flevoland een bericht op 0320 28 5050 of stuur een mail: rtv@omroepflevoland.nl!

Deel artikel