omroep flevoland

De motie van Leefbaar Zeewolde die het oude college van Zeewolde opdroeg om geen beslissingen te nemen én geen uitlatingen meer te doen over het datacenter was 'raar en prematuur'. Ook zette de motie de verhoudingen tussen de gemeenteraad en het college onnodig op scherp, zegt bestuurskundige John Bijl van het Periklesinstituut. De motie werd woensdagavond uiteindelijk weer ingetrokken door Leefbaar Zeewolde en de ChristenUnie.

De partijen wilden dat het demissionaire college een pas op de plaats zou maken zolang er nog geen nieuw college is geïnstalleerd. Het oude college mocht zich alleen nog richten op de basistaken en alle nieuwe besluiten rond het datacenter zouden eerst voorgelegd moeten worden aan de raad. De motie leidde woensdagavond meteen tot heftige reacties van andere politieke partijen in Zeewolde en ook van leden van het oude college, waaronder burgemeester Gorter.

Volgens John Bijl van het Periklesinstituut was het een opmerkelijke gang van zaken. "Ik vraag me of deze motie wel nodig was. Een demissionair college is voor de vorming van een nieuw college normaliter al terughoudend", zegt Bijl. Dat verschillende Zeewoldense partijen de motie zien als een motie van wantrouwen snapt de bestuurskundige dan ook wel: "Een motie van wantrouwen geef je eigenlijk achteraf, dit was eigenlijk een motie van wantrouwen nog voordat er gehandeld is. Ik had me wel voor kunnen stellen dat, als het college nou voorstellen had voorbereid of hele verhalen had gehouden over de komst van het datacenter, dat je dan met een motie van wantrouwen komt. Maar in dit stadium is dat prematuur om prematuur te zijn."

Dat het 'oude' college van Zeewolde nog tijdens de verkiezingen een ruimtelijke-ordening-procedure ter inzage had gelegd, is volgens Bijl geen wantrouwen waard. "Als de (vorige, red.) gemeenteraad iets heeft besloten dan gaan de raderen draaien. Dat is gewoon wetgeving. Daarin handelde het oude college naar de letter van de wet."

Bijl wijst erop dat de gemeenteraad van Zeewolde een belangrijke verantwoordelijkheid heeft. "De partijen moeten snappen dat de raad elkaar vier jaar lang nodig heeft. Hopelijk kunnen ze eventueel onderling ongenoegen naast zich neerleggen."