omroep flevoland

De techniek die wordt gebruikt om bommen uit de Tweede Wereldoorlog in de grond op te sporen, wordt nu ook ingezet voor archeologisch onderzoek in het Almeerse Oosterwold. Het is een proef van de provincie Flevoland en de gemeente Almere.

In de Almeerse bodem bevindt zich volgens archeologen nog steeds een prehistorisch landschap, dat aangeeft dat mensen en dieren duizenden jaren geleden geleefd hebben op de plek van het huidige Flevoland.

Voordat er ergens gebouwd wordt, is het verplicht om een archeologisch onderzoek uit te voeren. Dan worden er boringen gedaan om te bekijken wat er in de bodem zit. Dat boren neemt veel tijd in beslag.

Proef
Met behulp van een drone en de zogeheten magnetometer kan exact worden aangegeven op welke plekken geboord kan worden om te bekijken of er archeologisch erfgoed in de grond zit.

De provincie Flevoland en de gemeente Almere zijn geïnteresseerd in deze techniek en zijn een proef gestart. Zo hebben ze onderzoeker Seger van den Brenk gevraagd om metingen te doen op een groot perceel in Oosterwold.

Van den Brenk en zijn team zijn in december begonnen met het experiment. Ze laten de drone met de magnetometer zigzaggen boven het stuk grond.

Zuiderzeebodem
De polder was voorheen de bodem van de Zuiderzee. Van den Brenk: "Er stroomden hier rivieren en langzaam zijn die verdwenen en door de Zuiderzee afgedekt met zand en klei. Wij proberen nu met nieuwe technieken die oude rivierbeddingen, die hier nog steeds in de ondergrond zitten, in kaart te brengen."

Doris Schmutzhart van de Provincie Flevoland zegt enthousiast te zijn over de nieuwe techniek. Voordat een archeologisch onderzoek wordt opgestart, ga je even kijken wat je al weet van een bepaald gebied, zegt Schmutzhart.

"Deze techniek helpt ons om nog preciezer te kijken waar we straks onze boringen gaan zetten omdat we beter weten waar we onze archeologische vindplaatsen kunnen verwachten." Volgende week zijn de resultaten van het experiment in Oosterwold bekend.