omroep flevoland

De grootste archeologische opgraving in dertig jaar wordt de komende maanden gehouden in Almere. Dat zegt stadsarcheoloog Dick de Jager. De archeologen zoeken naar resten uit de middensteentijd op bedrijventerrein Stichtsekant. De Jager en zijn collega's zijn vooral op zoek naar resten van voedsel, zoals knollen of verkoolde hazelnootjes.

Het gaat volgens de archeoloog om drie kleinere vindplaatsen die voor een korte periode gebruikt zijn: "Dat zijn vaak jachtkampen van nomaden. We denken dat er voedselbereiding heeft plaatsgevonden." Dat blijkt volgens de stadsarcheoloog uit boringen. "We hebben overal gaatjes geprikt en bodemmonsters genomen." Op deze plekken kwam er vuursteen naar boven en verbrande hazelnoot.

De archeologen gaan nu in de grond graven op zoek naar resten. Daarvoor moeten ze eerst door de klei en veenlagen heen om bij het zand te komen. "Op zand hebben de mensen vroeger gewoond in een landschap zoals nu de Veluwe is."

'Veel potentie'
De opgravingen hebben volgens De Jager 'heel veel potentie'. Dat baseert hij op de verkleuringen in de grond en kleine vondsten. "Het kan wetenschappelijk heel veel nieuwe informatie opleveren", aldus de stadsarcheoloog. Het is overigens niet zo dat de archeologen allemaal oude knollen, worteltjes en kruiden vinden, "op microscopisch niveau blijft er wat over, het is niet zo dat je dit straks in de vitrine van musea ziet liggen."

Sinds 2010 is bekend dat op Stichtsekant 23 archeologische vindplaatsen zijn. Eerder werd er een visweer gevonden. Voor het grootste deel van de vindplaatsen geldt dat ze in de grond bewaard kunnen blijven, maar door uitgifte van grond is er nu op drie plaatsen onderzoek nodig.