omroep flevoland

Wees niet bang om te experimenteren met nieuwe vormen van gemeentepolitiek, alleen dan kun je de tendens dat steeds minder mensen gaan stemmen keren. Dat is de stellige overtuiging van Jan Dirk Pruim, de interim-gemeentesecretaris van Almere en voormalige griffier van de stad.

Hij schrijft in een column in Binnenlands Bestuur dat de onderzoeken die de laatste jaren zijn gedaan naar een lagere opkomst niet geresulteerd hebben in een kentering. In Almere ging 39,8 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus, in Lelystad was de opkomst met 40,8 procent iets hoger. Maar beide gemeenten hadden één van de slechtste opkomstpercentages van Nederland. In Almere gaan ze onderzoeken hoe dit kan.

Teleurstellend
Pruim vindt het "teleurstellend" dat de opkomst in Almere zo laag was. "Ik heb al die jaren altijd gepleit voor een hogere opkomst, maar dat is niet gelukt is de constatering", zegt hij. Volgens de interim-gemeentesecretaris doet het ook niet recht aan de raadsleden van Almere. Die werken hard en doen veel om de inwoners te interesseren in hun stad, zegt Pruim.

Nieuwe vormen
De interim-gemeentesecretaris - de geestelijk vader van de Politieke Markt - ziet dat uit alle onderzoeken weliswaar suggesties zijn gekomen om de opkomst te verhogen, maar volgens hem worden die vaak niet opgevolgd. Hij zou graag zien dat er meer geprobeerd wordt om mensen bij de politiek te betrekken en noemt onder andere de gekozen burgemeester, het verloten van zetels en referenda. Daarin ziet Pruim een initiatiefrol weggelegd voor burgemeesters, griffiers en gemeentesecretarissen.