omroep flevoland

Er moet een breed onderzoek komen naar de veiligheid van de Nederlandse kottervloot. Dat adviseert de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar aanleiding van onderzoek naar het kapseizen van de Urker garnalenkotters UK-165 Lummetje en UK-171 Spes Salutis.

De Onderzoeksraad bracht in april al een eerste waarschuwing naar buiten dat boomkorkotters met een lengte van minder dan 24 meter buitengewoon instabiel kunnen zijn in een 'asymmetrische beladingstoestand'. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als aan de ene kant van de kotter wel een vistuig hangt en aan de andere zijde niet. Dit kan in het uiterste geval grote gevolgen hebben voor de stabiliteit, met kapseizen en zinken als mogelijk gevolg.

Woensdag publiceerde de Onderzoeksraad het gehele rapport. Daarin wordt gesteld dat het vergaan van Urker schepen indringend duidelijk maakt dat de boomkorvisserij niet zonder gevaren is. De UK-165 verging in november 2019 op de Noordzee bij Texel. De twee bemanningsleden kwamen hierbij om het leven. Uit het onderzoek bleek dat de kotter eerst kapseisde en daarna zonk. In december 2020 kapseisde de UK-171. De driekoppige bemanning van dit schip kon ternauwernood worden gered.

'Structurele oplossingen nodig'
Volgens de onderzoekers was het risico op kapseizen niet onbekend, maar het feit dat dit snel en gevaarlijk gebeurt wel. De visserijsector heeft naar aanleiding van de waarschuwing in april direct stappen ondernomen. Zo zijn onder anderen eigenaren van viskotters geïnformeerd en wordt er gewerkt aan structurele oplossingen om het risico te verkleinen.

Volgens de Onderzoeksraad moeten asymmetrische beladingstoestanden en de gevolgen op de stabiliteit ook meegenomen worden in het certificeringstraject voor de boomkorkotters. Dat is nu nog niet het geval. Daarnaast doet de Raad verschillende aanbevelingen die moeten leiden tot preventieve maatregelen, kennisontwikkeling en aanpassingen van het scheepsontwerp voor de huidige en toekomstige viskotters.

'Breder onderzoek noodzakelijk'
Het woensdag gepubliceerde onderzoek richt zich op boomkorkotters met een lengte van minder dan 24 meter. De Raad beveelt de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aan om breder onderzoek te verrichten. Dit met als doel om de veiligheid van de hele kottervloot te vergroten.